terug naar index

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

 

 

 

 

 

 

 

 

Laura terug

Het is hoogzomer. Harko zit nog steeds op de boot. Er is een hoop gebeurd, sinds de winter dat Laura bij hem was, en ze in het vroege voorjaar weer op reis door Europa toog. Harko is nog steeds bezig met zijn studie Taalkunde, maar hij heeft ook een baan als leraar aangenomen, op een middelbare school in Gindersum, waar ze leerkrachten zochten voor een project. Een grote groep Joegoslavische vluchtelingen was in het voorjaar opgenomen in een speciaal daarvoor opgezet kamp bij het gehucht Kaulo, bij Ralen, in het Gooi. Terwijl iedereen in het onderwijs voor een maand of twee stad en land verliet voor een welverdiende vakantiereis, was Harko drukker dan ooit aan het lesgeven. Nu zit hij in de trein terug naar huis. Daar ziet hij een mooie moderne elegante Hindoestaanse vrouw. Thuis luistert hij naar poëzie op cassette, van Kouwenaar. Hij schijft één van die gedichten over in een schrift. Eten. 's Avonds wil hij eindelijk weer aan het werk met de literatuur, en wel met Rijkhoffs "Word Order in the Nominal Phrase", maar hem schiet toch weer iets te binnen voor de lessen. En Laura belt vanuit Genua. Ze komt binnenkeert hierheen. "I want to talk to you", verneemt hij voor de vierde keer. Verontrustend.

Het is een zaterdag, en het is redelijk weer, Harko gaat op de racefiets naar zijn ouders in Mijlis. De eerste twintig kilometer langs de Stavel, Murrewijk en Amver wat gesukkeld; hij gaat er niet helemaal voor. Pas op de lange kaarsrechte weg pal zuid gaat hij vaart maken, en hij doet tenslotte anderhalf uur over de hele afstand. Vader kijkt op tv de naar begrafenisceremonie van Koning Boudewijn, en ze praten wat over de Belgische politiek. Harko draait een was. Als ze aan het warme eten zitten, belt Harko's oude vriend Bas naar het ouderlijk huis, en meldt hem dat Laura is aangekomen. Even later belt ze zelf. Harko besluit dus vanmiddag nog terug naar de stad te gaan. De rest van de middag is sloom, hij leest wat en hij denkt aan Laura.

Terug naar de stad. Hij loopt naar de boot, langs de Houtkade, en ziet Laura aan de overkant van de gracht. Het is een verbazingwekkend weerzien, warm en teder. Ze zijn allebei lacherig van opwinding. Laura was gewoon door het luik in het dak de boot in gegaan, en had de deur van binnen geopend. Ze gaan in de stuurhut zitten en praten. Zo gaan er uren voorbij, en wennen ze weer aan elkaar. Laura vertelt uitgebreid over haar avonturen in Frankrijk, Spanje en Italië. Halverwege de avond - een heel mooie avond - lopen ze terug naar het station om haar spullen op te halen. Over de Achterzijds Oudeburgwal lopend, met haar hoed, haar lange haar in vlechten, is ze net een actrice die steeds weer een andere rol speelt, en ze houdt niet op Harko te fascineren. Ze spelen met de kaartjesautomaat van de bagagekluizen, die in alle mogelijke talen kaartjes verkoopt. Op de terugweg probeert ze het Nederlands van de reclamebiljetten te ontcijferen. Terug op de boot zijn ze heel hongerig, eten gemaakt, gegeten en gaan slapen.

De daaropvolgende zondag is het lekker weer. Harko en Laura praten in de stuurhut over talen: Italiaans en Nederlands. Ze amuseren zich kostelijk. Ze gaan rondkijken in de stad. Er is kunstmarkt op het Vermeerplein; ze bewonderen een Amerikaanse zanger die "Your Daddy" zingt, een sentimenteel liedje over een jongetje wiens vader nooit meer terugkomt. Ze lopen verder en op een terrasje op het Deilseplein roddelt ze over haar kennissen in Friesland en Frankrijk. Laura in haar lichte kleren met de strooien hoed is zo vreselijk elegant, ook al loopt ze in lorren. Ze lopen het Domfelpark in. Hij loopt met haar te pronken, en met zichzelf, denkt hij, als hij zo de blikken van de vrouwen ziet.

Terug aan boord. Laura vertelt verder. Harko vertelt over het bezoek van de Duitse tegenhanger van Laura, Silke, en haar vrienden, en vertelt aansluitend over zijn bezoek aan een prostituee, dat zelfde weekeinde, uit frustratie over Silke. Laura is niet geschokt, ze is geboeid. Silke was een vrouw, met wie Harko op dezelfde manier contact kreeg als met Laura. Toen hij twee jaar eerder naar Marokko ging, verhuurde hij de boot aan Silke. Toen hij terugkwam, kon Silke nog iets langer op de boot logeren; ze wilde nog niet meteen weg uit Amsterdam. In die dagen raakte hij verliefd op haar. Zij was iets jonger dan Harko, en het was een knappe meid, een alternatief tiepje, met heel kort haar. Zij beantwoordde zijn liefde niet, en kreeg iets met een andere jongen. Toen die met haar een nacht aan boord doorbracht, ontplofte Harko ongeveer. Om stoom af te blazen was hij op de Wallen naar een prostituee gegaan.

Harko drinkt wijn. Even is het stil, een poosje daarna. Laura lijkt in nadenkendheid terug te vallen. Harko heeft zijn vermoedens. Het weerzien was warm, maar hij was niet meteen overgegaan tot allerlei intieme handelingen; er ligt nog wat oud zeer, en zij had al meerdere malen gemeld hem te willen spreken. De correspondentie was vastgelopen na koele assertieve brieven van zijn kant, en korte zakelijke mededelingen op ansichts van haar. Ze begint erover en zegt dat zijn brieven haar hart braken. Hij drinkt meer wijn. Dat hij steeds maar weer zei "mijn problemen nu hebben niets met jou te maken" in plaats van "ik mis je", dat ze dat niet kon verdragen, en ze het idee kreeg een vreselijke vergissing te hebben gemaakt. Hij drinkt door. Hij verdedigt zich. Hij was tenslotte wel degene die doorging met schrijven. En hij was degene die klaagde dat zij zelf niet schreef. Ze drinken het af en gaan slapen.

Een regenachtige maandag. Harko komt terug van een bezoek aan zijn ouders, en Laura is er ook. Ze hebben de grootste pret samen over alle komische toestanden met de regen, en haar natte kleren die overal te drogen hangen. Hij zit en praat met haar, maar er ontstaan kleine - naar zijn idee overkomelijke - misverstandjes, en op zeker ogenblik zegt ze: ik kan beter niet praten, want je spreekt me elke keer tegen, en gaat vervolgens zwijgend zitten mokken. Hij staat paf. Hij herinnert zich weer hoe onredelijk en lichtgeraakt ze kon zijn. Licht ziedend gaat hij aan zijn lesvoorbereidingen werken, belt collega's Margriet en Martje op, maar hij herkent een patroon van toen Laura een half jaar geleden hier was. Hij denkt dat het vanaf hier fout zal gaan; hij is niet van plan zelf dingen te gaan herstellen. Na een uur praten ze weer met elkaar. En de rest van de avond is het weer gezellig, ook al voelt het voor Harko nog raar.

Harko staat de volgende dag om zeven uur op, en laat een briefje achter voor Laura, die nog slaapt. Trein naar Gindersum. Bij de vergadering onderscheidt hij zich door zijn vrolijkheid. Hij begint de flapuit van de kring te worden, het zonnetje in huis; hij moet oppassen dat hij geen gebrek aan professionele ernst gaat vertonen, al heeft hij wel wat krediet verworven. Hij geeft drie uur les. Reis naar huis.Hij doet boodschappen. Daarna komt Laura thuis. Ze vertellen elkaar hun avonturen. Laura wilde witte kaarsen kopen, maar die waren er niet meer, nu hebben ze groene kaarsen. Dat wordt de aanleiding voor Harko's nichtenimitatie. Laura gaat verder met de studie Nederlands.

Harko gaat naar Bas, om eindelijk eens de fiets in elkaar te zetten die Bas aan hem kwijt wilde. Hij leest bij Bas nog zijn interview van professor Veder. Terug bij Laura; ze had uiensoep gemaakt, daar neemt hij een paar borden van. Ze praten weer over taal. Laura praat over de wereldwijde onderdrukking van streektalen, en wordt bijna emotioneel. Ze denkt met haar kut, denkt Harko even, als zijn relativerende ratio z'n gelijk eist. Na enen doodmoe vanzelf ingeslapen, en Laura naast me niet meer opgemerkt.

Harko komt net op tijd uit bed, maar geen tijd meer om een briefje voor Laura achter te laten. Op tijd in Gindersum, maar onvoorbereid, dus er moet extra energie tegenaan, en het helpt: hij geeft een geïmproviseerde, maar strakke spreekvaardigheidsles. Tevreden naar huis. Harko treft Laura aan boord. Hij moet eerst naar zijn afspraak in de polikliniek psychiatrie, om de uitslag van de supervisie te horen.

Afgelopen voorjaar, toen Laura vertrokken was, was hij in een gat gevallen. Een paar weken lang voelde hij zich totaal geïsoleerd. Als Harko een vriendin heeft, dan lijkt het alsof dat een natuurlijke, bijna vanzelfsprekende situatie is voor hem. Maar er zijn lange periodes geweest dat hij alleen was, en dat hij bang was alleen te blijven. Dan kon hij een enorme afstand voelen tot mensen die een vaste relatie hadden, samenwoonden en getrouwd waren. Die vrienden en familieleden kon hij benijden, maar de verwijdering tot die mensen nam problematische vomen aan. Hij kon die mensen die altijd maar samen waren - broers, zussen, vrienden, collega's - hij kon ze erom verachten. Misschien betreurden die mensen hem juist. Voordat hij Sabrine leerde kennen, was hij lang alleen geweest. Het lijkt erop dat hij zich afgelopen voorjaar, toen Laura vertrokken was, teruggeworpen voelde in dezelfde situatie. Hij had in het voorjaar hulp gezocht bij een psychiater.

Nu krijgt hij het advies om groepstherapie te volgen; hij wordt op een wachtlijst geplaatst; in november is pas de eerste sessie.

Terug aan boord. Laura uit haar ontevredenheid. Het regent onophoudelijk, ze heeft het ijskoud en haar kleren zijn klam. Ze vraagt of hij de oliekachel wil neerzetten. Hij zet de electrische radiator neer, en zegt dat ze een heet bad moet nemen, en dat ze de telefoon moet opnemen als er gebeld wordt. Het irriteert hem dat ze maar moppert en niet bereid lijkt zelf oplossingen aan te dragen.

's Avonds heeft Harko weer interessante gesprekken met haar tijdens en na het eten: over conjunctief, over 'familiair' Frans, in-groepen en uit-groepen. Pas laat in de avond teruggetrokken aan zijn bureau voor lesvoorbereiding.

Harko heeft een onwijs drukke lesdag in Gindersum, moet met stemverheffing en gesticulatie lesgeven. Als hij thuiskomt, zet hij 'Fireships' van Hammill op; bij de incantaties valt hij in slaap.

Hij wordt wakker als Laura binnenvalt. Ze ziet er geschokt uit, ze is overstuur en begint te huilen. Ze was naar de film 'The piano' van Jane Campion gegaan. Ze zegt dat ze het liefst op de kleinste plaats ter wereld zou willen worden begraven. Dat ze altijd een buitenstaander is geweest, dat ze niet meer wil leven in grote steden in het noorden, waar het druk is en er zoveel spullen zijn, dat ze op een Caraïbisch eiland, dat nog niet naar de verdommenis is, de mensen wil leren lezen. Harko is er stil van, zegt dat hij zelf ook een buitenstaander is. Ze zegt dat ze zich daarom zo bij mij thuis heeft gevoeld, en omdat hij weinig heeft, omdat het hier 'kamperen' is. Dat ze hem vreselijk aardig vindt, ook al ziet hij de wereld heel anders dan zij en dat hij in sommige dingen neurotisch ben, dat er bij hem iets gaande is.

Maar dat Harko zelf niet lekker is, dat kan hij niet zo even aannemen van, met (of zonder) alle respect, een verlopen overjarige hippiezwerfster.

Ze zegt dat zij niet 'messed up' is, dat ze integendeel heel helder is. Er volgt een zekere twist over toeëigening van problematiek. Het is alsof zij tot de Derde Wereld behoort, en hij tot het rijke westen, en hij daarom geen recht van spreken heeft. Hij werpt het verre van zich.

Harko maakt een wandeling langs de brede Bochtel, en vervolgens loopt hij de Gravengracht af, tot aan het Spil; het is heerlijk stemmig, en in de verte ziet hij een mooie zonsondergang. Een uur later is hij weer thuis. Ze maken eten en hij is weer mild gestemd. Hij neemt Laura nu en dan in de armen en kust haar in de nek. In het halfduister met alle kaarsen aan, is het weer een genot met haar aan tafel te zitten. Laat in de avond weer lesvoorbereiding.

Harko heeft een behoorlijke productieve dag op het schooltje in Gindersum. Halverwege de middag gaat hij met de trein terug naar de stad.

Laura komt aan boord, in wit gekleed, en prachtig met haar strooien hoed. Prachtig weer, maar hij is ongedurig en maakt agressieve grapjes met Laura. Die vraagt meteen "wil je dat ik wegga?" en begint moeilijk te doen. Harko vindt het Irritant dat ze zo overgevoelig doet, dat ze niet tegen een grapje kan.

Hij gaat naar het instituut, kijken of bibliotheek nog open is; dat is die niet. Hij wil nog van het heerlijke weer genieten, dus hij gaat op het terras op het Spil zitten.Hij gaat weer terug naar de boot. Laura zit in de zon aan de overkant. Harko gaat langs de Bochtel voor het Operstadhuis op de steiger zitten. Eerst is hij wat geïrriteerd; wilde studeren, maar het lijkt of hij er van zijn leven niet aan toekomt. Na nog een pilsje raakt hij in een heerlijke roes. "De zon spant zijn felle knapenlijf strak aan de hemel". Hij heeft, na weken van regen, nog vele uren hiervan tegoed. Hij haalt Laura op. Hij gaat met haar naar de kade langs de Bochtel vanwaar een prachtige oude boot naar het theaterfestival De Brigade in het Henri Calvin Kaiserpark vertrekt. Het wordt een prachtige tocht in de schemering. Als ze aankomen is het donker. Veel tenten, allemaal weer met verrassende acts waarschijnlijk. Hij waagt zich tenslotte met Laura in een tent. Daar treffen ze geen acteurs, maar twee mensen uit het publiek die in een boksring terechtgekomen zijn, en nu voor het publiek een kinderspelletje moeten doen. Hilarisch, maar deze melige humor heeft geen vat op Harko's stugge gemoed. Er moet natuurlijk weer eerst een sloot alcohol overheen. Laura heeft dat niet nodig, ze vindt het al een avontuur om de hele drukte hier te ondergaan. Ze eten poffertjes, en spelen samen wat theater voor elkaar. Ze gaan een tent binnen waar een vrouw zingt bij wijze van Levende Jukebox ("Ik verscheurde je foto", "Ein Festival der Liebe", "Lipstick on your collar", etc.). Leuke actrices en één van hen heeft een fantastische stem. Ze amuseren zich kostelijk, maar voelen zich ook enigszins erboven staan: het hele gebeuren is gebaseerd is op parodie, meligheid, banaliteit, en wil, volgens Laura, niet meer doen dan op een overbewuste manier de leegheid tentoonstellen. Harko zou evengoed wel graag vrienden tegenkomen hier. En op de wc hoort hij ineens het overbekende droge kuchje van Bas achter zich. Hij is in gezelschap van de zus van de vriendin van Erwin, één van zijn vrienden. Leuk Bas weer te zien, maar zijn gladde grijns bevalt hem niet zo. Wel even lol gehad. Maar later in de danstent swingen Harko en Laura enorm, en ze raken de andere twee weer kwijt. De tocht terug over de Bochtel met de salonboot is waardige afsluiting van het romantische zomerfeest . Een drietal jongens aan boord zingt a capella, en Laura merkt op dat ze nog nooit zo'n leuke typisch Hollandse sfeer heeft meegemaakt.

Het blijft nog even feest in die bruisende wereldstad. Harko bezoekt datzelfde weekeinde nog een Surinaams festival in de Rijksherenbuurt, en daar treft hij Laura. Het is een tropisch feest, en het lijkt gewoon niet op te kunnen. Maar intussen betrekt de lucht. Het weer slaat om en de regen daalt neer. Ze schuilen in café Theeuwis, in het deel van de oude stad dat wel de Tuin genoemd wordt. Bij het tweede biertje of daaromtrent, komt Harko over zijn problemen te praten, het diepe gevoel van isolement na hun avontuurlijke wintertijd samen. De doodse stil die overbleef toen Laura was verdwenen. Alsof hij wakker werd na een droom, met een vage herinnering aan vreugde en liefde die dan wel niet echt geweest zal zijn. Want zo was zijn leven over het algemeen niet, dacht hij. Hij keek toen terug op die verhouding en dacht, toen zij was vertrokken, vooral wat daaraan niet klopte en wat daarmee mis ging. Gelukkig zit hij nu, een half jaar later, weer naast haar, en zij kan die droevige dwaling met een blik en een woord wegblazen. Een moment van ontroering. Harko gaat terug naar de boot; Laura volgt niet veel later.

Op een zondag kwam Laura terug van een kerkdienst. Het is niet dat Laura religieus was, maar er zijn een paar kerken in hier in de stad waar diensten in het Spaans werden gehouden, voor latino's in Amsterdam. Het draait daarbij niet alleen om het woord van God, maar ook om het contact tussen gemarginaliseerde groepen in de Derde Wereld. Laura bezocht een Spaanse dienst in de katholieke St.Nicolaaskerk, waar ze wel vaker kwam. Maar nu klaagde ze dat ze zich moe en geestelijk uitgeput voelde. Later dat ze zich vreselijk miskend voelde, toen pater Theo haar vroeg waarom ze de plannen die heeft, arme latino's alfabetiseren, niet thuis in Argentinië kon doen.

Harko was een keer meegeweest naar die latino-dienst in de St.Nicolaas in de stad, waar kerkgangers elkaar allemaal 'la paz' toewensten. Leuk om eens te zien, maar Harko had geeneens belangstelling voor zijn eigen ouderwetse Nederlands-Hervormde Kerk, laat staan voor een exotisch latino-gebeuren in een kitscherige laatnegentiende-eeuwse katholieke kerk in de stad. Wel was hij te porren voor een uitstapje in een volstrekt authentieke Hollandse omgeving. Daar had Laura ideeën over. Ze wist kennelijk wat er hier te lande aan middeleeuwse authentieke pracht te vinden was. Ze gingen een keer naar de oude hallenkerk van Adijk, het oude haven- en visserstadje aan de vroegere Zuiderzee. Maar een half uurtje noordwaarts met de bus uit de stad, spiegelbeeldig aan Harko's geboorteplaats aan de zuidkant van de stad. Laura was opgetogen; ze genoot van de sfeer van de late middeleeuwen en de Hollandse renaissance die daar hing; de stijve kerkbanken waar de goegemeente in het zwart plechtig de preek en de rest van de dienst placht te volgen. Harko kende de sfeer nog uit zijn jeugd, waar hij evengoed niet naartoe terug zou willen. Waarom kwam Harko zelf niet met ideeën voor leuke uitjes buiten de stad?

Laura is met boekjes en bandjes Nederlands aan het leren. Als we thuiskomen, laat Laura een heel idioot phrasebook-bandje horen. Een vrouw laat met haar krakende stem voorbeelden van Nederlandse zinnen horen, met een militaristische dictie, waar ze zich ziek om lachen. Harko geeft imitaties ten beste. "De jongen gedraagt zich niet erg netjes. Hij is erg onbeleefd." Ze stellen zich een vrouw op leeftijd voor, die tijdens het inspreken een glas sherry vasthoudt.

Harko is een bundel van Gerrit Kouwenaar aan het lezen. Hij heeft ook een bandje waarop de dichter zijn eigen werk voordraagt. Laura kan het niet laten om een paar fragmenten te lezen en te beluisteren, en zelf in te studeren. Zo wisselen ze met enige regelmaat versregels uit, zoals "Het is een heldere dag, het is een donkere wereld."

Harko gaat weer naar het werk. Meestal gaan de lessen goed; de jonge leerlingen vinden het fijn om Nederlands te leren, en ze doen goed mee, maar soms ontaarden te lessen in een milde chaos, en moet hij erbovenuit schreeuwen. En er zijn langdradige vergaderingen over eindtermen.

Als hij thuiskomt, heeft hij niet veel zin ook nog eens een hele avond met Laura te praten. Rustige avond. Maar na middernacht begint Laura er ineens over dat het haar heel erg kwetste dat hij niet reageerde op een gedichtje dat ze hem opstuurde. Hij kan er niet zo ineens alle gevoeligheid voor opbrengen, en zo kwetst hij haar weer. Hij stapt met lichte hoofdpijn het bed in.

Harko komt de volgende ochtend met dezelfde hoofdpijn aan in Gindersum. Eerste lessen gegeven in nieuwe groep, groep 5, met Alm (het jongste meisje) en Meho (de oudste van de mannen). Hij vindt het heel leuk weer beginners te hebben. Verder in groep 2.

Afgelopen nachten heeft Harko over andere vrouwen dan Laura erotisch gedroomd: over Sabrine en ook over Marthe, een studente taalkunde met wie hij wel eens gewerkt heeft: een mooie meid met een lekker lichaam; ze is lief en een beetje sloom.

Laura staat op; Harko blijft nog een poosje piekerend liggen. In de vroege middag zit hij in de stuurhut, minder mededeelzaam dan anders. Later in de middag gaat hij met Laura naar de film Oeroeg, de verfilming van een boek van Hella Haasse. Het verhaal is mooi, maar wel enigszins voorspelbaar. Buiten is het opgeklaard na een flinke regenbui; ze lopen nog wat over pleinen en langs grachten. Laura heeft haar hoed niet op; zo is ze veel minder elegant. Na een eind lopen praten ze over de film, en over wat haar plannen zijn. Hij heeft een lang weekeinde vrij genomen om met haar weg te kunnen, maar Laura heeft nog altijd niet gezegd waar ze heen zou willen en wat ze daarna zou doen, en ook nu nog niet.

Later thuis aan zijn bureau heeft Harko zaken te regelen. Hij moet veel geld overmaken, collegegeld en verzekeringen. Hij vraagt haar op zeker ogenblik of zij verzekerd is, en ze antwoordt kribbig "People don't ask that sort of questions", en "I don't like the tone of your voice". Alsof hun levens niet in korte tijd diep verweven zijn geraakt. Nee, nog idioter: alsof hij een ongemanierde schooljongen is. De sfeer lijkt onvermijdelijk slechter te worden, en intussen lukt het hem niet zijn eigen leven te leiden. Hij blijft nog een tijdje op, zou willen dat zij er niet in zijn bed lag. Hij gaat naar bed, maar niet onder dezelfde deken; hij neemt zijn slaapzak.

's Nachts heeft Harko wilde dromen. Hij weet niet meer wat. De volgende ochtend voelt hij zich goed; zijn grieven is hij vergeten. Hij ontbijt met Laura. Rond enen gaat hij naar de bibliotheek. Hij leest het artikel over woordvolgorde uit. Het is moeilijk en de concentratie is slecht. Hij spreekt Bas tussendoor.

's Avonds eten ze samen in de keuken, en praten ze over een lang weekeinde weg, misschien naar Trier en Metz, maar Laura wil het nog niet komend weekeinde; te kort dag om het eens te worden en goed voor te bereiden. Hij stelt het dus uit. Het verpest zijn stemming. Hij moet er vroeg uit, dus hij moet er vroeg in.

Naar Gindersum. Vergadering, bij het plenair deel houdt hij zich op de achtergrond. Bij het groepsoverleg met Manon en Renate is hij beter op dreef. Vier lessen aan verschillende groepen; een prettige afwisselende dag. Hij leest in de trein terug Stijloefeningen van Queneau. Op Centraal Station heeft hij informatie ingewonnen over een reis naar Trier en Metz.

Laura komt thuis; zij heeft informatie over een vliegreis naar Griekenland voor nog geen vijfhonderd gulden. Haar Nederlands gaat zo verdomde snel vooruit. Ze leest Anne Frank gewoon in het Nederlands, en doet grammatica-oefeningen. Harko voelt zich heel slap, moe en gevoelig. Ze eten.De voorraad inside jokes ('oci ciorne', 'ananas' dat van alles kan betekenen, en de drie, vier typetjes, etc) zorgt voor hilariteit. Hij zit dus weer de hele avond met haar na te tafelen. Wel vraagt ze wat het te betekenen heeft dat hij nu in een slaapzak is gaan liggen. Hij laat zich de bek nog niet openbreken.

Harko gaat de volgende dag niet naar het werk. De Bosniërs die les van hem krijgen, gaan naar een demonstratie in Den Haag. Geen school dus. Laura gaat rond twaalven, terwijl hij nog op bed ligt, naar een vriendin in Purmerend, Tineke. Hij doet boodschappen, gaat naar de bibliotheek, maar vindt alleen artikelen over andere onderwerpen dan zijn taalkundige thema's. Laura komt rond tienen thuis, en vertelt weer boeiende verhalen over een zekere Wineke Tichers, hoe die dertig jaar samen met een andere vrouw met een man samenleefde.

Harko komt de volgende terug van het werk. Laura vertelt over wat ze die dag allemaal in haar contacten met plaatselijke middenstanders weer allemaal voor hilarisch' beleefd heeft. Ze vertelt als altijd met humor. Maar ze lijkt wat onzeker. Onze reisplannen komen ter sprake, maar Laura weet nog niets te zeggen.

Hij maakt intussen een wandeling. Hij staat op de Roodbrug over de Bochtel te kijken, overgoten met een prachtige avondzon. Er is een probleem met Laura, denkt hij, maar dit probleem is me liever dan mijn gebruikelijke probleem. Hij beseft nog niet dat dat probleem binnenkort weer aan de orde komt. Dat probleem is dat er helemaal niemand is.

's Avonds laat nog een moeilijk gesprek met Laura. Haar klacht komt erop neer dat hij geen intieme relatie met haar blijkt te willen. Dat ze zo weinig delen. Dat ze alleen over taal praten. Dat ze geen ideeën gemeen hebben. Hij zegt dat hij niet met haar over politiek kan praten, omdat zij altijd emotioneel reageert. En dat ze zichzelf uiterst serieus neemt, maar hem niet. Hij herinnert haar aan dingen die ze precies twee weken geleden zei. De onuitgesproken conclusie van het gesprek is er één van onverzoenlijkheid, maar nu zijn ook alleen negatieve gevoelens voor het voetlicht gekomen. De mooie dingen moeten een andere keer maar weer. Het leven gaat verder. Hij maakt eten klaar, terwijl Laura in het donkere ruim zit te piekeren.

De volgende morgen. Laura heeft nauwelijks geslapen. Harko geeft twee groepen les. De laatste uren vervelen en vermoeien hem. Terug naar de stad, hij loopt over de boekenmarkt, en zoekt iets leuks voor Laura's verjaardag, aanstaande zondag. Hij vindt een kostelijk stripboek van Wil Eisner dat speelt in de Joodse gemeenschap in New York, en nog in het Jiddisch ook, en hij koopt ook nog een oude plaat van Herman van Veen. Hij komt thuis, treft er Laura. Hij wil haar wat vertellen, maar ze luistert niet, en gaat de deur uit. Hij stoort zich aan haar vluchtgedrag. Het zal moeilijk zijn iets voor haar verjaardag te verzinnen als ze zo blijft.

Harko ziet een einde komen aan zijn tijd met Laura. Hij is gek op haar, en zij lijkt zich aan hem te hebben gehecht. Maar het is niet vol te houden. Harko legt zijn gedachten over haar vast op papier. Hij neemt afstand van haar, om vast te stellen hoe ze in elkaar zit, en of er met haar te leven valt.

Het is zaterdag. Harko staat heel laat op, als Laura de deur uit is. Ze komt zelfs even terug met de mededeling dat haar geld op is, en verdwijnt weer. Op zijn mededeling dat hij gisteren naar het Uitfestival geweest ben, reageert ze niet eens. Ze ontloopt hem duidelijk. Na nog een uur komt ze terug, en valt ze met de deur in huis: ze gaat weg, vanavond nog, naar een dorpje in Spaans Baskenland, Fuentarrabia, waar een Chileense vriendin nu zit. Harko accepteert het, zegt dat hij het jammer vindt, begint er niet over dat het hem irriteert dat ze hem voor voldongen feiten stelt; dat ze niet een reisje met hem overwogen heeft.

Ze gaan nog even samen de stad in. Prachtig zonnig weer. Hij neemt een foto van Laura op het dak van de boot, en overbuurman Eugene neemt een foto van hun beiden. Heel druk op straat. Bij het popcentrum Het Sterstel op de Touwbaangracht zitten ze even op de stoep van het politiebureau; een beroofde, dronken Belg komt aangifte doen, en vraagt ze waar bureau Gravengracht is. Ze lopen verder, gaan nergens naar binnen; ze zitten op het terras van een café langs de Grachtsingel. Harko ziet Elsbeth, een roodharige studiegenoot die een oogje op hem had. Terug naar de boot. Laura moet voorbereidingen treffen. Harko maakt eten klaar. Czuti, een vriendin uit Boedapest belt; hij had van de week al een brief van haar ontvangen. Ze eten. Laura pakt in. Rond negenen lopen ze naar het station. Het afscheid is niet emotioneel. Harko loopt langs de Wallen naar huis en ziet een paar mooie vrouwen; thuis bedient hij zichzelf, schenkt zich wat in, ruimt wat rommel op. Hij verwacht Erwin rond elven, maar die verschijnt niet meer.

's Nachts heeft Harko heel ellendig gedroomd. Hij gaf een vrachtwagen aanwijzingen om in of uit te parkeren, en zag te laat een nest katten, waar de wagen ineens een wielstel bovenop draaide. Hij droomt over de oorlog in Joegoslavië en dat hij een aantal van zijn Bosnische cursisten opgehangen ziet worden door de Serviërs. Laat opgestaan, hardgelopen, maar niet bijzonder gemotiveerd.

's Avonds naar het Lyceumplein, voor de laatste avond van het Uitfestival. Hij treft er Suzanne Moter, de zus van Erwins vriendin Silesia; hij had haar een keer eerder ontmoet, een paar weken geleden. Ze is ditmaal wel mooi gekleed, en ze is mooi lang. Hij praat even met haar en dan verschijnen ook Erwin en Silesia. Ze bekijken het ballet: het Hollands Ballettheater danst "A woman can take you to a different universe - sometimes she just leaves you there". Eng en mooi.

Erwin en Suzanne zijn samen het best op dreef. Ze vragen ook naar Laura. Als Harko zegt dat zij vandaag achtenveertig is geworden, geloven ze hem eerst niet. Suzanne geeft hem voortdurend knipoogjes. Als ze vertrekken, fiets Harko samen met Suzanne de Lange Deilsedwarsstraat uit, en de hele situatie lijkt hem ineens behoorlijk suggestief, inclusief de dingen die ze tegen elkaar zeggen. Maar dan begint Suzanne over Laura, en of hij daar niet achterheen moet.

Harko komt terug aan boord. Hij raakt volkomen vadsig: hij eet niet, hij rookt niet, hij drinkt zelfs niet, hij hangt alleen maar voor de tv. Hij heeft geen idee wat hij nog met zichzelf zal aanvangen.