terug naar index

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

Laura

Het was een fijn plekje, waar Harko zat. De bomen langs de smalle gracht met het ophaalbruggetje. Het bredere stuk water waarover hij uitkeek. Maar het ruim van de krakkemikkige smalle boot was maar een paar centimeter hoger dan zijn lengte, en dan moest hij ook nog bij elke stap zijn kop intrekken vanwege de houten spanten die het dak ondersteunden. Het was niet een korte, snelle stap in de wooncarriere van de student; hij zat hier al een jaar of vijf en hij had geen andere plannen. Hij was de dertig al gepasseerd; Algemene Taalwetenschap was niet zijn eerste studie, maar het was ditmaal pure theorie en dat was voor hem alleen maar een pluspunt.

Harko had een vriendin; ze was jonger, ze deed een verpleegkunde-opleiding, en de dingen die hem boeiden, die lieten haar volledig koud. In elk geval had ze een fantastisch lichaam. En zij, Sabrine, was opgewekt en actief. Hij had het een keer uitgemaakt, maar ze reageerde zo enorm aangedaan en bedroefd, dat hij dat niet kon doorzetten. Ooit zou hij misschien met iemand zijn die zijn vergezochte fascinaties deelde. Trouwens, er liepen er op de letterenfaculteit wel wat rond.

Hij was in de zomer op reis gegaan, naar Rusland, met een vriend, Bas, die toen Russisch studeerde. Uit solidariteit (maar ook gewoon taalkundige belangstelling) nam Harko ook deel aan het grote blok Taalverwerving van het Russisch, en zo zaten de oude vrienden ineens samen in de collegebanken. Hij had Russisch gestudeerd, en het ook daadwerkelijk op Russische bodem gebruikt, hij kon zich intussen verliezen in syntactische en morfologische details. Bas stelt hem voor samen een gedicht van Jefimov te vertalen.

Harko zou met Sabrine een reisje naar Praag maken, rond de kerst. Harko was er eerder al een keer geweest met een vriend, nog vóór de val van de Muur.

In de tussentijd was de Muur gevallen, en de drommen westerse toeristen aarzelden niet om de vrijgekomen slenter- en slempruimte in te nemen. Praag was de parel van de in de Habsburgse voortijd bevroren Oosteuropese steden, en Harko en Sabrine hadden zich verzekerd van een goedkope plaats in een nachtbus voor een Kerstreis. Harko besluit zijn woonboot te verhuren voor de kleine week rond de Kerst dat hij weg is. Hij maalt er niet om dat vreemden zijn private woonstee bezoedelen, en die paar honderd gulden kan hij voor de reis goed gebruiken. Hij hangt advertenties op in de jeugdherbergen in de buurt, en brengt de boel op orde. Er zit teer, in pannetjes verhit voor reparaties aan het dakleer, vastgekoekt aan het kookstel, en dat bikt hij eraf.

Dan komt de eerste huurkandidaat al: een knappe iets oudere Amerikaanse vrouw. Een artistiek, bruisend type. Ze doet hem denken aan een vroegere verloren liefde. Ze heet Laura. Ze heeft, behalve Angelsaksische, ook nog Italiaans-Argentijnse wortels. Ze spreekt behalve Engels ook vloeiend Spaans, en verder van alles van de landen waar ze haar zwervend leven heeft doorgebracht. Ze geeft een voorschot, dus het is meteen beklonken.

De volgende dag komt Laura weer langs om de verdere zaken te regelen. Vervolgens zitten ze een hele tijd in de stuurhut over talen, volkeren en politiek te praten. Als Harko honger krijgt, laat hij haar meeëten; hij maakt zuurkool en broccoli klaar. Ze is heel prettig gezelschap, dus hij haast zich niet om terug te keren tot de orde van de dag. Niet lang na het eten moet hij zichzelf excuseren; hij moet weer aan het werk. Hij krijgt de huur van haar, en ze spreken af hier vrijdag weer te eten.

Harko gaat 's avonds aan het werk met een nota over Functionele Grammatica. Rond middernacht valt Sabrine binnen. Ze is heel benieuwd naar de huurster, en ze wil woordelijk van hem horen wat ze besproken hebben.

In de post zit een brief uit Stanford, Californië, met een taalkundig artikel waar hij Renee Blake om gevraagd had. Een Amerikaanse modefotograaf op straat vraagt of hij zijn model op het dak van Harko's boot mag schieten. Harko's Russische vriend Kostja valt binnen; hij vraagt of Harko hem wil helpen door een goede Nederlandse brief te schrijven aan een bepaalde nieuwe vrouw. Harko vraagt hem op zijn beurt de helft van een tekst van Vysotski te vertalen.

Jeugdvriend Hans klopt aan; hij heeft net zijn hopelijk laatste versie van zijn doctoraalscriptie Politicologie bij zijn begeleider ingeleverd. Het is een zoete inval daar, wat wil je, dat stuk verlopen gracht is het geografisch middelpunt van de grootste verzameling van net niet gesjeesde studenten, wietrokers, wanhopige immigranten en omhooggevallen artiestentypes of aan lager wal geraakte kunstenaars. Net voorbij het schilderachtige ophaalbruggetje zit de kliniek voor geslachtsziektes, een waarborg voor een aanhoudende langstrekkende stroom verslaafde prostituees en morningafterpillenslikkers.

Laat in de avond is hij aan zijn computerscherm gaan zitten. Dat apparaat is met een brede band blik eromheen vastgespijkerd aan het interieur van de boot; het zou niet het eerste electronische artikel zijn dat door inbrekers meegenomen werd. Eerst een verzameling onduidelijke documenten en programma's van de schrijfschijf afgegooid en op een lege schijf gezet. Rond één uur begonnen met de uitwerking van Poolse clitics. Daarna de nota van Generatieve Syntaxis volledig uitgeschreven. Rond zeven uur 's ochtends is hij pas klaar; hij heeft aan de overkant de eerste tram alweer horen bellen. Hij geniet enorm hoe die twee werkstukken eruitzien.

Harko heeft een drukke dag met werkgroepen. Hij is wat laat op de bespreking van Functionele Grammatica. Hij raakt wat warrig van vermoeidheid, en als hij een keer iets zegt wat helemaal verkeerd is en zijn werkgroepgenoten over hem heen vallen, voelt hij diep van binnen een huilbuitje overwaaien. De rest van de bespreking verveelt hem hartstochtelijk; het onderwerp begint hem tegen te staan.

Rond zessen komt Sabrine. Ze vertelt opgewonden over haar belevenissen, maar dan verschijnt Laura; die zou komen eten. Sabrine probeert haar te negeren en hangt het kreng uit tegen Harko. Als zij weg is, begint Laura tegen hem in het Spaans te praten. Uit wraak, zegt ze, omdat zij vijf minuten drammerig Nederlands gepraat heeft moeten aanhoren. Ze ziet er weer prachtig uit, en ze is uiterst onderhoudend, ze heeft voedsel meegebracht, en ze begint ditmaal een maaltijd voor hem en haarzelf klaar te maken. Ze zitten lange tijd in de stuurhut, buiten - dat wil zeggen, 360 graden om hen heen - regent het, ze hebben de kerstverlichting aan en verder alleen wat kaarsen, en in dat schaarse licht vergeet hij dat ze minstens een halve generatie ouder is dan hijzelf. Laura verlaat de boot niet vóór middernacht.

Rond half twee stapt hij uitgeput in bed en slaapt onmiddelijk in. Een uur later hoort hij lawaai op het dak. Sabrine wil naar binnen. Al gauw komt ze in bed. Harko valt in slaap, maar even later beklimt hij haar min of meer in zijn slaap. Hij wordt pas echt goed wakker als ze samen aan de gang zijn. Voor de vijfde maal die dag valt hij daarna weer in slaap.

Rond tienen belt Laura hem uit bed, en komt even later. Ze gaan naar de film The Last of the Mohicans (1921). Laura wil het interieur van de Goschinksi-bioscoop goed bekijken. Naar de boot lopend praten ze over architectuur, en hij laat haar aan boord wat boeken daarover zien. De hele dag met haar zitten praten, over zijn theorie over het verschil tussen noordelijke en zuidelijke mentaliteit, en over de drang tot beheersing van de natuur, een geliefd thema van haar. Ze vergeten de tijd. Hij laat haar blijven eten. Ze verlaat de boot niet voor middernacht. Hij nodigt haar nog net op tijd uit voor een dagje buiten de stad. Tedere kussen bij het afscheid. Nadien vertoont hij verschillende symptomen van verliefdheid.

De volgende dag is de kortste dag, en dat is maar goed ook. En toch wordt hij te vroeg wakker, aan Laura denkend. Hij maakt een nieuwe opmaak van artikelen over Generatieve Syntaxis en Morfologie, maar komt er niet aan toe een nieuwe afspraak met de docenten te maken. Laura belt, hij laat haar langskomen met etenstijd. Ze dacht dat hij haar liet langskomen om te zeggen dat hij morgen toch niet met haar uit wilde; ze is weer aangenaam verrast. Laat haar de avond hier aan boord doorbrengen terwijl hij zelf naar zijn afspraak met Bas gaat. Met hem samengewerkt aan de vertaling van Jefimov. Als hij rond enen terugfietst, is ze daar nog, tot zijn blijdschap. Ze zitten nog even samen te praten. Laura kan niet terug naar de herberg; die is nu dicht. Hij laat haar dus aan boord overnachten, en laat haar naast zich in bed liggen.

Dinsdag, met Laura de stad uit, naar het dorp van zijn ouders met de bus, zak vuil wasgoed mee. Laura is hogelijk geïnteresseerd in de waterbouwkunde van Nederland, of, in ieder geval: Harko vindt het leuk om daarover te vertellen, en samen met zijn vader legt hij haar van alles uit over rivieren, polders, etc. Zijn vader brengt ze met de auto naar de boerderij van zijn broer; die geeft ze een rondleiding. Tenslotte brengt die ze naar de bushalte in Kreubelen. Op de bus wachtend een tedere omhelzing. Toeristische route over de Straatweg naar de grote oude stad Aasticht. Daar langs de Oude Gracht geslenterd; in het Stadskasteel hele tijd zitten drinken en praten. Hij vraagt haar uit over haar verleden en haar liefdesleven, vertelt haar over het zijne, en doet haar een bekentenis. Rond tienen terug naar de stad. Terug op de boot staan ze even te zoenen; het windt haar buitengewoon op. Sabrine belt. Hij moet wel iets over Laura vertellen. Ze hoort het wel aan de manier waarop hij praat. Sabrine reageert heel jaloers.

Hij gaat pakken voor de reis naar Praag met Sabrine. Laura vraagt iets over mogelijke bezwaren tegen haar leeftijd. Harko zegt dat die er niet zijn, omdat ze niets hebben, en niets kunnen hebben. Dat kwetst haar diep en hij doet zijn best om alles terug te nemen.

Sabrine was vooruitgereisd naar Aasticht, waar de bus naar Praag zou vertrekken. Ze hield rekening met de mogelijkheid dat Harko niet zou verschijnen. Volgende dag komt het hele reisgezelschap met hun beiden aan in Praag. Zonnig en ijskoud. Sabrine en Harko wandelen door de stad en drinken koffie op het Wenceslasplein. Lange metro- en busreis naar het hotel. Erg moe en slaperig; ze nemen een bad en beginnen elkaar in bed te bestijgen. Het is prachtig weer en de lichte kamer met het grote bed is overgoten met zonlicht en stilte. Tussen de vrijpartijen door slaapt Harko en heeft weldadige dromen.

De soberste kerstavond ooit. Ze hebben zich niet ingeschreven voor het gezamenlijke kerstdiner vanwege de hoge kosten, dus moeten ze zelf aan eten zien te komen. Er is niets in de buurt, en wat er is, is dicht. Er gaat geen openbaar vervoer na zeven uur. De hele avond op de hotelkamer doorgebracht. Het kerstmaal van 1992 is een netje mandarijnen en nog wat chocolade, verworven met het slopen van een snoepautomaat. Terug in bed, en ze doen het voor de derde keer die dag.

Eerste kerstdag. Vroeg op, ontbijtzaal, met de rest van de groep naar de Praagse Burcht. De Nederlandse reisleiding, Martin en Suzanne, heeft problemen: ruzie met de chauffeurs, en veel deelnemers met klachten. Nu blijkt dat ze hun bed niet uit willen komen. Harko en Sabrine begrijpen dat wel. Grote gezamenlijke stadswandeling. Het is erg mooi, en het is stralend zonnig. En het is verschrikkelijk koud. Iedereen lijkt te wachten tot ze een café inkunnen. Ze zien Zoloti Ulitsa, het Gouden Laantje, waar Kafka nog heeft gewoond.

Met de bus naar de stad Kutna Hora, wat door een paar meereizende studenten demonstratief etymologisch verklaard wordt als 'kut na hoer', en dan weer als 'kutje hoera'. Deze aangename zinneprikkelende associaties raken dan weer enigszins gedempt door het effect van honderden gestapelde schedels en beenderen, in kunstige constructies opgesteld en opgestapeld. Bij de gothische St.Barbara-kathedraal is een gids die zo slecht Duits spreekt dat het op de lachspieren werkt. Zo nu en dan herken je woorden als 'Renaissance', 'Mittelalter' en 'Eichenholz'.

's Avonds met de hele club naar Narodni Divadlo, het Nationale Theater. Daar speelt de opera Prodana Nevjesta, oftewel De Verkochte Bruid. Hele actes lang zit hij zijn zonden te overdenken en zijn halve leven in gedachten over te doen.

Rond half twee met twee taxi's terug naar het hotel, en op de kamer komt Harko nog voor het uitkleden onder Sabrine terecht, die aangeschoten en woest is.

De volgende avond is er weer operabezoek, ditmaal Roesjalka van Dvorak, oftewel 'De Kleine Meermin': de dochter van Poseidon raakt verliefd op een strandjutter, en laat haar staart wegtoveren, zodat ze kan lopen en met hem leven. Maar later krijgt ze spijt van haar keuze voor het land. Harko moet nu en dan even aan Laura denken.

Bij de terugreis zijn er wat amusante problemen. Een paar mensen zijn vertrokken zonder de koffie te betalen. De Tsjechische reisleidster meldt nu dat als de koppen koffie niet betaald worden de bus niet zal vertrekken. Harko en Sabrine beginnen aan een fles wodka en worden nog vrolijker dan ze al waren.

Als ze 's ochtends Nederland inrijden, is Harko wat katterig. Als hij zegt "ik vind het leuk om straks thuis te zijn en dit of dat te doen", zegt Sabrine dat dat een rotsmoes is, en denkt ze weer meteen met jaloezie aan Laura, die nog op de boot zit, en die Harko niet meteen wegsturen wil.

Aankomst op de boot. Laura is ziek en ligt op bed, heeft de dag daarvoor een voedselvergiftiging opgelopen. Als ze zo rond vieren, vijven zitten te praten, is de gracht en de brede rivier gedoopt in een gouden schemering. Harko neemt een wodka en voelt zich al snel weer zwaar onder invloed. Niet zozeer van de borrel als wel van Laura.


Sabrine vertrekt over een week naar Afrika, voor een paar maanden. Dit is het moment voor Harko om een eind te maken aan zijn tijd met Sabrine. Dit wordt de laatste nacht samen. Hij vraagt of ze wil vrijen, ze zegt: ik wil gevreeën worden. Ze ondergaat het hartstochtelijk passief. Maar als Harko uitgevreeën en leeggelopen is, neemt ze het initiatief over, gaat ze als een wilde tekeer, kortom, ze lucht haar woede op hem door hem zo ongeveer voor nog een andere vrouw onbruikbaar te maken.

Als Harko even naar zijn ouders op de boerderij is, valt Sabrine met een vriendin en een vriend binnen op de boot, schuift Laura opzij en verzamelt de weinige dingetjes van zichzelf die ze nog aan boord had, en neemt die weer mee naar haar HAT-eenheid in de Indische Buurt.

Stad en land in de greep van koning Winter. Alles wat ooit vloeibaar was, stolt, verhardt. Het mag lijden dat de stookolie nog in de kachel ontvlamt. Harko schaatst van het dorp van zijn ouders over een lange vaart door het veenland naar het dorp acht kilometer verderop en weer terug. 's Avonds is hij weer op de boot terug, bij Laura. 's Nachts slapen ze samen op een bankje bij de brandende kachel; het bed in de boeg is te koud. Voor het eerst bedrijven ze samen de liefde. Dat was voor Harko wel spannend; er waren wat reserves en vooroordelen te overwinnen; niet zoals bij Sabrine, bij wie hij gewoon los kon gaan.

De eerste werkdag in het nieuwe jaar; Harko maakt afspraken met de taalkundedocenten. . Het valt Laura op dat hij stiller is dan eerst. Hoe lang zal het duren voordat zij in de gaten krijgt dat hij, glamoureus als hij haar eerst toescheen, uiteindelijk de saaie studiebol blijkt die hij altijd is geweest?

Laura was eerst van plan geweest begin van deze week en dit jaar door te reizen naar Vlaanderen en Noord-Frankrijk, en daarna verder in zuidelijke richting te gaan, maar, gelukkig voor Harko, heeft ze geen haast. Harko geniet ervan om die charmante gestalte te zien leven en lachen en expressief te zien gebaren. Ze bezoeken het Achterhuis. Harko had zelf niet eens het Achterhuis gelezen, en de Amerikaanse Laura wel. Ze vertelt Harko ter plekke wat Anne Frank daar ooit heeft gevoeld en gedaan.

Terug aan boord vertelt Laura over een eerdere liefde, met de kreupele Argentijnse kunstschilder Hector die haar zo ongeveer platwalste met hartstocht, op een prairie, in de schemering, een scene die haar doet denken aan Marquez' 'Liefde in tijden van cholera'. "Ik heb een doorn in mijn hart voor je," vertelde hij haar. Harko hangt aan haar lippen, en zijn ogen raken verwend met haar beeld in het kaarslicht. "Ze heeft een hoofd als een god, en als ze praat is het of goud uit haar mond valt," zou hij, met zanger Gavin Friday, kunnen zeggen.

De volgende ochtend vertelt Laura waarom ze 's nachts niet kon slapen. Ze had het gevoel dat ze Harko niet duidelijk kon maken wat ze voor hem voelde, en ze had gisterenavond, thuiskomend van de dag in de stad, behoefte aan meer gevoel en romantiek dan ze bij hem vond. Hij zegt dat het niet anders kon, hij moest zoveel mogelijk tijd met de studie bezig blijven. Laura zegt dat ze dan misschien weer verder moet reizen.

Op de nieuwjaarsborrel spreekt hij een aantal studiegenoten, drinkt een paar pilsjes en komt opgewekt terug aan boord. Laura heeft ook interessante mensen ontmoet, en één van hen brengt haar in contact met een Afrikaanse dansgroep. Er is nu nog meer dat haar hier houdt, en in België heeft ze niks. Ze besluit half en half om hier nog een tijdje te blijven. Ze begint de Nederlandse taal te bestuderen. Harko gaat haar Nederlands leren. Ze is ontzettend goed. Het lijkt erop dat je haar een woord maar één keer hoeft te zeggen en haar een regel maar één keer hoeft uit te leggen.

Volgende dag, tegen de avond. Ze maken eten klaar, en praten en lachen veel. Na het eten merkt Harko dat Laura nooit kranten leest, en er ontstaat een discussie die nog net niet in een confrontatie ontaardt. Zij kan enige verachting voor zijn intellectuele belangstelling voor de wereld niet verbergen, en dat irriteert hem. Een heel belangrijke reden waarom ze geen kranten leest, is een negatieve: ze kan zich zo erg opwinden over wat ze leest, dat het haar alleen maar schaadt.

Op zeker ogenblik vraagt ze hem over zijn seksuele ongemak. Dat ze het nog maar twee keer gedaan hebben, frustreert haar bijzonder. Ze heeft het idee dat hij haar seksueel mijdt. Hij verontschuldigt zich, maar hij voelt zich niet lichamelijk tot haar aangetrokken, hij geilt op een andere manier op haar. Hij houdt van slanke, maar verder vooral royaal uitgevoerde vrouwen; zie Sabrine.

Op zondagochtend hebben ze het tijdens het ontbijt bijzonder gezellig. Hij leert haar nog wat Nederlands; hij brengt haar de belangrijkste schuttingtaal bij. Overdags zoekt ze een kennis in de stad op. Als ze 's avonds thuiskomt, ondergaat hij de betovering van haar gesticulerende relaas van haar bezoek aan een zekere George, een stijve oude Amerikaan die in één van de mooiste grachtenpanden aan het Singel woont. Harko zet muziek van Pink Floyd op, wat zij wel eens wil horen. Ze dansen op de extatische muziek, en Laura wordt heel geil en trekt haar kleren uit. Harko haast zich om de deur op de grendel te doen en het licht uit te gooien. Het draait uit op seks, maar hij moet zijn fantasie richting weelderiger vrouwen werken om echt te kunnen presteren. Laura heeft een knallend orgasme, en het is of de hele buurt het moet weten. Harko voelt zich zwaar opgelaten, denkt dat alle buren in hoogste alarmstaat zijn gebracht. Ze zegt dat het niet zo vreemd is, want ze heeft zich gedurende drie weken opgespaard. Ze praat over seks, over alle mogelijke orale handelingen, en nog allerlei toestanden. Ze heeft vier verschillende condooms bij zich; die kreeg ze uitgedeeld op een anti-aids-festival in San Francisco. Harko voelt zich moedelozer worden en ook verveelder.

Ze begint ook weer over de 'announcements' die hij voor en na de kerst maakte, en nu geeft hij toe aan zijn irritaties: hij kan niet voldoen aan haar honger naar bevrediging, en ze wrijft het hem, sinds de vorige dag, steeds weer in, al was het maar door op elke aanhaling zijnerzijds ongeveer van opwinding krom te gaan liggen. Hij gaat een eind wandelen. Hij loopt een aantal kilometer langs de rivier en weer terug; het is prachtig stormachtig weer.

Het weekeinde is voorbij, na een niet al te lange nacht. Laura mokt. Harko gaat naar het instituut. Hij spreekt studiegenoten en docenten. In de bibliotheek bekijkt hij zijn hoofdstuk van het werkstuk Functionele Grammatica en dat van zijn studiegroepsgenoot. Hij komt een lang blond meisje tegen dat ook naar Praag ging. Hij komt in de pauze Bas nog tegen. Hij gaat naar de Functionele Grammatica-lezing van een Schotse taalwetenschapper, over incomplete zinnen. Het onderwerp is interessant, maar de presentatie is bloedeloos en de discussie ook. Hij voelt zich ineens niet meer aangetrokken tot deze kliek.

Hij komt thuis, en vindt op tafel het verhaal dat Laura in het Nederlands heeft geschreven. "Over een kat die op een boot woont". Het is vertederend. Laura komt thuis. Ze is de hele dag gedeprimeerd geweest door zijn irritatie. Ze praten er nog lange tijd over, hij legt nog meer uit, en verzacht eerdere harde mededelingen. Het leidt alleen maar tot weer een inzinking bij Laura. Hij maakt eten klaar, heerlijke rijst met veel groenten en kruiden, en zegt dat dit eten haar wel weer mild zal stemmen, maar haar gevoel voor humor is van de wereld verdwenen.

De volgende dag gaan ze samen naar Ten Gaard. Ze genieten van de treinreis alleen al. Op het Ridderhof is een demonstratie van katholieke bejaarden tegen abortus. Laura is een kunstliefhebber en kenner. In het Willemshuis hangen zo al dertig schilderijen die ze kent; ze beleeft schokken van herkenning bij Holbein en Memling. Harko zoekt wat landschappen, zoals Ruysdael, en geschiedenisstukken, zoals een schilderij met Constantijn Huygens en zijn vrouw Sterre. In de bijna lege restauratie van het Stadsmuseum wachten ze even tot ze ontdooid zijn. De verdere conversatie ontspint zich in een soort pidgin, samengesteld uit Engelse, Spaanse en Nederlandse fragmenten. Ze kijken vooral naar Holdriaan, en Laura valt bijna in katzwijm als ze zijn Rode Molen en de Rode Boom ziet.

Terug in de stad. Als Harko met Laura achterop langs het Dijkrak fietst, rijdt hij gelijk op met een fantastisch dansende rolschaatser. Thuis werkt Harko 's avonds op zijn computer aan zijn dagboek en aan geldzaken, terwijl Laura, na een motivatiecrisis sinds eergisteren, weer fanatiek aan haar Nederlands werkt. Later 's avonds oefent hij nog wat met haar, terwijl hij wijn drinkt en zij in alleen een lang hemd op het bankje zit. Ze maakt hem weer helemaal week van binnen. Hij omhelst en kust haar, maar laat het daarbij om verdere problemen te voorkomen, al heeft hij er heel veel zin in.

De volgende dag maakt Harko 's avonds laat nog een wandeling. Als hij terugkomt, slaapt ze nog niet. Ze zegt "Maybe one of the reasons I can't sleep is that you are not crowding in on me". Dus hij knuffelt haar wat, maar hij voelt niet wat hij gisteren voelde.

Een dag alleen. Naarmate de dag vordert, denkt hij meer aan Laura. Buiten zijn stratemakers bezig met het wegdek. Laura komt pas rond negen uur thuis. Ze vertelt enthousiast wat ze allemaal gezien en gedaan heeft . Ze is naar zee geweest, naar Castellum. Ze koken vandaag niet. Hij werkt verder aan zijn nota. Laura wil vroeg gaan slapen; de nacht ervoor sliep ze nauwlijks. Later maakt ze duidelijk dat het komt doordat ze zich door hem heen en weer geslingerd voelt; dat hij dan weer heel liefdevol is, en haar later weer veronachtzaamt. Op dat ogenblik zitten ze in die laatste fase, maar dat komt wat hem betreft wel weer goed. Het heeft niet met haar te maken, houdt hij haar voor, hij zit gewoon met zijn hoofd bij het werk.

Vrijdag drukt Harko zijn hoofdstuk Functionele Grammatica af, en gaat ermee naar het instituut. Bespreking daarover met de drie groepsgenoten en de docent.

Terug op de boot. Harko zit uitgeblust op de bank stukken krant te lezen. Laura komt aan boord. Hij vraagt haar hoe haar dag was, maar ze zegt niet veel. Ze vraagt of in zijn spoorboekje ook treinen naar België staan. Harko vraagt of ze een dagje naar Brugge wil, of dat ze Amsterdam, en hem dus, gewoon wil verlaten. Ze gaat weg, zegt ze. Ze is hier alleen nog vanwege hem, en als ze zou blijven zou dat ook alleen om hem zijn, maar ze verdraagt het niet langer te zijn overgeleverd aan zijn wisselende gevoelens. Hij kijkt naar haar, en ziet voor de zoveelste keer hoe mooi ze is, en hij raakt ontroerd. Begint haar weer te zoenen, en langzaam, heel langzaam raken ze weer aan het knuffelen, gaan op het bankje liggen, trekken knopen, ritsen en veters los, en rollen van het bankje op de koude houten vloer. Het licht gaat uit, de deur op de grendel, en Laura in haar open bloes met haar weelderig-ruige lange gevlochten haar is alleen te zien in het in strepen invallende licht van de straat en de gracht. Wat goed dat dit toch nog kan, dat hij niet aan andere dingen hoeft te denken, dat het toch nog goed komt.

Later nog eten gekookt en bij kaarslicht gegeten, en tenslotte vallen ze samen in het grote bed in slaap.

Zaterdag staat Laura als eerste op, gaat de stad in en spreekt met hem af om drie uur in café Theeuwsen aan de Kuipersgracht. In het café alleen een beetje gein zitten maken. Laura noemt hem 'cara de goma', rubberen bek, en moet steeds lachen om zijn gemimede reacties op haar, zoals zijn kreunen van genoegen wanneer zij het presteert in één keer een Nederlandse volzin te uiten. Om hun eigen geluk te vervolmaken, gaan ze midden in de nacht nog dansen in de Soul Kitchen. Harko was altijd een fervent danser, maar het is te druk, en hij is nog te weinig gestimuleerd door drank of andere middelen om de echte dans-flash te krijgen waar hij het gewoonlijk voor doet. Overigens amuseert hij zich met haar uitstekend. Laura danst hartstochtelijk, en kan daarbij ook niet met haar handen van hem afblijven. Er loopt verder genoeg mooi jongs rond, en nog is zijn blik meestal op het strakke, apollonische gelaat en de elegante gestalte van Laura gericht. Om vier uur gaan ze naar huis, hij is van top tot teen bezweet.

Laura gaat alweer dansen, terwijl Harko nog slaapt. Ze heeft een afspraak bij een Afrikaanse danscursus. Zou dansen zoals het zwarte ras dat doet, het beste te leren zijn met instructies van een gediplomeerde docent in een lokaal op een kopje koffie, met nog wat suffige Hollandse dertigers middenop een druilerige Hollandse dag? Ze komt terug en ze zitten in de stuurhut wat te eten en te praten. Nu en dan heel tedere ogenblikken. Na het heel late maal wil hij nog een wandeling maken, terwijl Laura al naar bed gaat, uitgeput van twee lange dansssessies met maar een beetje slaap tussendoor.

Hij maakt een wandeling over de Wallen, komt thuis, gaat naast haar in bed liggen, en maakt een begin met het liefdesbedrijf maar ze heeft het in de gaten en zegt dat hij op moet houden; ze voelt dat hij niet op zijn gemak is. Hij voelt zich weer betrapt. Hij vertelt haar wat hij voor haar voelt, ruimt weer een paar misverstanden op, en zegt haar dat hij wel degelijk verliefd op haar is. De bekentenissen ontroeren haar enorm; ze huilt en zegt "I was in love with you all along, but I tried not to be." Ze praten nog een tijdje door. Laura begint weer droevig te worden. Ze houden op met praten, en hij gaat voor laatste keer naar de wc. Als hij terugkomt, spreekt Laura haar ergernis uit om een paar dingen die hij gezegd heeft. Nu verdraagt hij het niet langer, en wordt kwaad. "O no, not again. Could I just for some time be well understood, please? Some day I'll just stop trying!" Het heeft vreemd genoeg direct effect: Laura zegt dat het haar spijt, en is ineens lief tegen hem. Ze gaan slapen.

Natuurlijk laat opgestaan, hij wat eerder dan Laura. Ze staat op en maakt een komische scene: ''Que pesadilla! Cauchemar! Nightmare! I want it to stop!" Zijn Russische vriend Kostja komt langs, zoals afgesproken. Ze schrijven samen een sollicitatiebrief en een levensloop. Hij vindt het vervelend werk, maar is blij hem ermee te kunnen helpen. Kostja ontmoet Laura en maakt haar een compliment.

Rond half twaalf wil Laura naar bed, ze is ontzettend moe, en hij merkt dat ze ook licht gedeprimeerd is doordat hij weer niet gepassioneerd is. Een praatje over iets onbelangrijks irriteert haar alweer. Hij gaat een kwartier na haar in bed liggen, en later gaat ze uit bed, en gaat op het bankje proberen te slapen. Nog later komt ze weer bij hem in bed terug omdat ze het koud heeft, en na een half uur of zo weer terug naar het bankje.

Laura laat hem het derde hoofdstuk van haar verhaal "De kat die op een boot woont" lezen, en wil van hem reacties horen. Het is hem duidelijk dat ze hem dit verhaal laat lezen om hem iets duidelijk te maken. Het verhaal zelf is echter vrij bespiegelend, niet dramatisch. Dat zegt hij haar, en ze begint het uit te leggen. Op dat ogenblik wordt er hard op de deur geklopt en een koerier brengt hem een expressebrief van Sabrine uit Ghana. Laura zegt "te dejo" en hij leest de brief. Ook geen bijzonder dramatische brief, geruststellend. Maar Laura is van slag af. Net op het ogenblik dat ze hem iets heel belangrijks uit probeert te leggen, grijpt 'Gudrun' (Laura's benaming voor het soort jonge blonde weelderige vrouwen die hem van haar wegroven, zo vreest ze) van over lange afstand in. Ze moeten weer helemaal overnieuw beginnen.

Hij schrijft een lied van Herman van Veen dat zij mooi vindt uit. Hij gaat nog naar de bibliotheek en leest daar de rest van het artikel van Levin uit, gaat naar de supermarkt, even naar de boot, en gaat nog even naar de platenzaak Concerto, om oude platen van Herman van Veen en Boudewijn de Groot te zoeken. Niet geslaagd. Hij koopt een grote zak patat en gaat ermee naar de boot.

Laura zit aan de keukentafel Nederlands te studeren. Ze eten patat, praten en hij hangt de zot uit. Ze heeft veel vragen voor hem, maar op zeker ogenblik wil ze uitleg over de betrekkelijke voornaamwoorden, maar in plaats van zijn uitleg te willen begrijpen, lijkt ze erop uit te zijn haarzelf en hem ervan te overtuigen dat het te ingewikkeld is en dat zijn uitleg niet deugt, en dat irriteert hem mateloos. Hij beheerst zich en dwingt haar zijn uitleg te volgen, en het heeft toch nog succes, maar nu is hij het zat.

Ze eten en praten en zijn bijzonder op hun gemak; ze vertellen elkaar weer over hun levens. Hij laat haar twee van zijn fotoalbums zien, en natuurlijk is hij gevoelig voor haar reacties. En haar reacties zijn gevoelloos. Ze maakt er alleen opmerkingen over dat er veel groepsfoto's bij zijn (zij doet nooit dingen in groepen) en wat dat over hem zegt. Hij verdedigt zich en zij heeft ogenblikkelijk in de gaten dat hij zich aangevallen voelt, en zegt dat hij zich niet aangevallen moet voelen, maar dan maakt hij haar duidelijk dat hij niet zozeer overgevoelig reageert, maar dat zij gevoelloos ongeïnteresseerd doet.

Toen Laura haar stem tegen hem verhief, dacht hij: barst maar, ging meteen naar bed, en liet haar daar op het bankje over aan haar frustraties. Het was weer bedorven en ditmaal goed. Het kon hem niet meer schelen wat ze voelde en wat ze van hem dacht. Hij vond het al heel mooi dat ze de avond voor een keer zo hartstochtelijk konden afsluiten, en zijn liefde was op het laatst opgebruikt. Het is allemaal verspilde moeite. Nog een half uur of zo wakker gelegen, gepiekerd, zich kwaad gemaakt, maar tegelijk dacht hij: wat is dit enorm leerzaam. Hij had zichzelf teveel aan haar uitgeleverd.

HIj ziet tegen Laura's thuiskomst op. Wat afgelopen nacht gebeurde, was heel genant. En er zal een gesprek overheen gaan om nog verder met elkaar te kunnen omgaan. Laura komt thuis, en de eerste paar minuten zoekt hij, bij haar in de keuren staand, een manier om met haar om te gaan, maar zij lijkt op haar gemak, en al gauw begint ze weer charmant en amusant te wezen.

Harko staat heel laat op. Laura gaat de deur uit, en als ze rond de middag terugkomt om te lunchen, ligt Harko op bed zijn post te lezen. Terwijl ze eet komt ze dan eindelijk met de mededeling dat ze niet veel langer meer blijft, dan het geen zin heeft elkaar nog langer te kwetsen. Ze praten er even over. Voor hem is het een verlossing. Hij had even het gevoel aan Laura overgeleverd te zijn; de onbepaaldheid van haar verblijf daar, maakte hem wat onrustig. Zij hier voor altijd bij hem, leek hem wat veel van het goede.

Harko gaat naar het instituut; lezing van Anna de Jong-Simenova, over aspect in Russisch en Tsjechisch. Samen gekookt en gegeten. 's Avonds weer redelijk harmonisch, een paar kleine wanklanken die snel vergeten worden. Laura gaat de deur uit naar de Melkweg waar een optreden is van een Nederlandse merengue-groep. Harko tikt haar verhaal "De kat die op een boot woont" uit

Rond half twaalf gaat hij naar de afspraak met een goede vriend en diens vriendin in café Havana. Ze dansen even, daarn gaan ze naar Dok, een danscafé. Het blijkt een pottentent te zijn. Bij de dansvloer zijn drie verhogingen met drie danseressen, één waarvan geheel naakt. Ze dansen er een uurtje; het is er goed vol te houden. De vrienden bezoeken nog een bar, Harko gaat op de boot even kijken of Laura zich nog bij hen wil voegen. Maar als hij aan boord komt, zit Laura daar in gezelschap van Bas, en dat is wel een aardige verrassing. Ze praten wat zijn drieën, en Harko drinkt nog wat. Bas heeft een hele stapel poëzie bij zich, en laat een bundel van Achterberg en één van Trakl achter, en gaat weer verder. Harko heeft nog even met Laura gepraat en geknuffeld. Daarna ging hij naar bed.

Rond de middag staat Harko op. Als hij zijn horloge opwindt, valt de minutenwijzer eraf. Een maand geleden, toen hij Sabrine zo ongeveer inruilde voor Laura, viel de secondenwijzer eraf. Nu staat hij op het punt zijn leven met Laura in te wisselen voor eenzaamheid, en nu valt er weer een wijzer af. Hij kan het een gunstige uitleg geven: zijn leven staat niet stil. De tijd wordt zo opgejaagd dat die eraan bezwijkt.

Hij heeft met Laura ontbeten. Ze trekken elkaar weer helemaal aan. Ze hebben veel lol samen, en vallen elkaar zo nu en dan hartstochtelijk in de armen. Ze gaan de straat op, wandelen langs de smalle gracht, en de Brede Vest richting Zeevaartmuseum; onderweg horen ze vuurwerk, en op het Schansplein schijnt Chinees Nieuwjaar te worden gevierd, met een dans van twee draken; het hele plein ziet geel van de Chinezen. Ze lopen verder, en het lijkt wel of we elkaar aan het uitlaten zijn, zo speels zijn ze, nu en dan stoppend om lang te zoenen. Laura praat al over haar route door Vlaanderen en Frankrijk, en over een poste-restante-correspondentie over Reims, Amiens, Tours, Avignon. Ze praten nu en dan Frans, met grappige buitencontextuele exclamaties van bovengenoemde toponiemen ("La musée déja se ferme? Chartres!!"). Tegen zessen komen ze moe terug aan boord

's Avonds gaat Laura naar een film over Caraïbische muziek; Harko blijft aan boord, belt met een vriend, begint een brief aan Sabrine. Laura komt thuis; ze zitten een poosje in de stuurhut bij kaarslicht. Warme kalme stemming. Het is weer buitengewoon aangenaam met Laura in de stuurhut te zitten drinken en praten. Hij komt weer in de verleiding met Laura de liefde te bedrijven. De kachel beneden maakt zelfs de stuurhut daarboven warm. Laura is gekleed in een truitje met een diep decolleté. Ze staat op zeker ogenblik naast hem en ze knuffelen. Hij raakt zo opgewonden dat hij even zijn verstand te voorschijn haalt, de bezwaren naloopt en ze één voor één verwerpt, en stelt haar voor om het toch weer te doen. Laura is in tweestrijd; ze heeft geweldig veel zin, maar ze is bang. Hij zegt haar dat zij zullen doen wat zij wil. Harko zorgt eerst dat zij aan haar gerief komt, zonder zelf de gesp van zijn broek ook maar losgehaakt te hebben, en als hij daaraan toekomt, zakt het weer in. Laura suggereert dat het niet aan zijn gevoelens ligt, maar dat er iets in zijn verstand blokkeert, en dat dat ook niet onoverkomelijk is. Het zal wel, maar nu heeft Harko er wel weer even genoeg van.

Harko is ongeduldig en onrustig en stil tegen Laura, en dat merkt ze. Hij voltooit de brief aan Sabrine en verstuurt hem; hij bestelt een volle gasfles, hij gaat boodschappen doen, hij komt terug en gaat gedichten lezen die hij vandaag met Kostja zou behandelen. Laura kookt; Harko eet met haar, praat met haar, hangt de zot uit en heeft nog plezier met haar. Laura wil morgen naar België. Harko heeft vage plannen morgen nog met Laura mee te gaan om haar een eindje op weg te helpen, en samen nog een leuke dag te hebben.

Laura vertelt het verhaal van de dag dat ze met haar kreupele maar temperamentvolle minnaar, de kunstschilder Hector, een dag de jungle in ging, de Parana-rivier volgde, en haar hoed de rivier in waaide. Het kwam er ongeveer op neer dat hij toeren uithaalde die voor een stuntman al link waren, enkel en alleen vanwege haar hoed. Het is een onderhoudend voorbeeld van de romantische zin voor opoffering van de Latino. Harko vertelt over de episode in zijn leven, dat hij in Parijs vaste grond onder de voet zocht. Hij laat zich ontvallen dat hij verliefd werd op iemand en dat hij die weer verloor (het gaat hier om de Australische Cecilia). Laura windt zich erover op hoe gemakkelijk hij de termen 'fall in love' en 'lost her' gebruik, dat hij dat soort termen gebruikt in al zijn verhalen, omdat tenslotte in al zijn verhalen wel contacten met vrouwen voorkomen. Een passage in haar klacht wijst duidelijk op jaloezie, de vaststelling als zou zij maar één van de vele zou zijn. Hij verklaart daarop dat hij die termen alleen maar gebruikt om te verwijzen naar een continuüm van gevoelens, van oppervlakkig tot heel diep, en dat de invulling daarvan nog een heel andere kwestie is. Ze zegt dat ze dat van een wetenschapper zou accepteren, maar niet van een dichter. (Hij had haar één van zijn gedichten voorgelezen en verklaard.) Nu zijn stemverheffingen aan de orde, en hij bespreekt hun verschillende temperamenten; dat hij zich de afgelopen weken ook wel aan haar heeft gestoord, maar dat hij het, om de lieve vrede te bewaren, voor zich heeft gehouden.

Het is laat nu. Ze gaat haar tanden poetsen. Hij zoekt naar een gelegenheid voor verzoening; zet alvast 'And close as this' van Peter Hammill op, maar merkt even later het banale, ongepast wijde gebaar hierin op. Hij vertelt tenslotte dat hij het niet kwaad bedoelde, dat hij zich alleen maar verdedigde. Ze huilt en vraagt zich af of ze er goed aan heeft gedaan zich zo open te stellen.

Vroeg op. Laura neemt afscheid van de boot, van de katten van de overburen, die ze inmiddels kennen als Schipper en Schippersmaat (de katten, niet de buren). Om half negen neemt hij met Laura de trein naar Antwerpen. Onderweg klaart het op en wordt het fantastisch zonnig weer. Tijdens de reis hebben ze het behoorlijk gezellig

Aankomst in Antwerpen. Helaas betrekt de lucht ook weer. Een dakloze dichter spreekt hen aan. Ze bezoeken het Koninklijk Museum. Toch niet bijzonder boeiend. Ze hebben evenzogoed wel plezier, en veroorloven zich gewaagde geintjes. Terwijl ze verder de stad in lopen, begint Harko heel moe en verveeld te raken. Laura praat over reizen; later worden ze weer vrolijk en intiem, maar vanaf zeker ogenblik voelen ze het afscheid dichterbij komen. Laura trekt droevige gezichten, en Harko heeft een zwaar hart, hij voelt zichzelf voortdurend zuchten. Ze lopen tenslotte over de sjieke winkelstraten naar de Middenstatie. Harko zoekt een houding, en werpt bij wijze van grap de schuldvraag op, maar Laura moet gewoon huilen. Laura stapt in de trein naar Parijs, Harko terug naar Amsterdam. Bijzonder ongezellig in de trein. Laura heeft hem de reisgids Rough Guide to Holland and Belgium gelaten. Hij leest het hele geschiedenishoofdstuk van de gids in de trein uit. Hij loopt van Amsterdam Centraal langs de Wallen terug naar zijn boot, vergrijpt zich daar aan, onder andere, een fles wijn.